Werken in Stamgroepen
Onze visie op lesgeven
Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk niet te scheiden zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor de groep, voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. Belangrijke pedagogische noties zijn: plezier, veiligheid, respect, zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritische zin, reflecterend vermogen en samenwerking.
Leren ontstaat in liefde, in verbinding en vanuit verwondering. De school is een leef-werkgemeenschap waar je leert samenleven. Ouders voeden samen met de school kinderen op tot mensen die van betekenis zijn voor zichzelf, voor anderen en voor een duurzame wereld.
Wat willen we bereiken met kinderen (doelen)?
Door af te stemmen op wat een kind nodig heeft, halen de kinderen op onze school het beste uit zichzelf in de basisvakken zoals taal, rekenen en wereldoriëntatie.
Als kind leer je op onze school omgaan met jezelf (persoonsvorming). Je leert jezelf, je manier van leren en je kwaliteiten kennen. We begeleiden je om je unieke kwaliteiten te ontdekken en te ontwikkelen. We maken kinderen (mede) verantwoordelijk voor hun eigen leren. Kinderen laten dit zien in presentaties, rapport en portfolio. Je leert omgaan met je lijf, je emoties, je denken en je zingeving. Vanuit deze zelfbewuste houding leer je vaardigheden als plannen, creëren en presenteren. Je leert omgaan met de anderen. Je leert je eigen rol in de stamgroep kennen en ontwikkelen. Vanuit deze zelfbewuste houding leer je anderen niet alleen te respecteren, maar ook voor hen te zorgen en je eigen gedrag te verantwoorden. Vanuit deze zelfbewuste houding leer je vaardigheden als communiceren en samenwerken. Je leert omgaan met de wereld. We halen de wereld in de school en wij nemen je de wereld in. Je leert te onderzoeken wat voor betekenis je wilt geven aan de duurzame wereld. Vanuit deze zelfbewuste houding leer je vaardigheden als ondernemen, onderzoeken en verantwoorden.
Hoe doen we dat in school?
De school is een leef-werkgemeenschap, waarin kinderen, leerkrachten (stamgroepleiders) en ouders een eigen rol hebben.
De kinderen leren en leven in een stamgroep met kinderen van verschillende leeftijden, culturen en onderwijsniveaus. In de stamgroep wordt samen gewerkt en geleerd van elkaar. Er is een ritmisch weekplan waarin samen werken, samen spelen, samen spreken, maar ook samen vieren elkaar afwisselen. Kinderen leren volwaardig verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leren en voor hun rol in de groep en de school. We werken met taken, waarin kinderen ruimte krijgen om te kiezen. We bieden ontwikkelingsmogelijkheden voor de verschillende unieke kwaliteiten en talenten van kinderen.
Wat betekent dit voor de leerkracht (stamgroepleider)?
De leerkracht maakt contact met het kind, kan zich inleven en stemt af op de ontwikkelingsbehoefte van het kind. De leerkracht zorgt er voor dat de stamgroep een veilige en ondernemende groep wordt, waar kinderen van en met elkaar leren.
De leerkracht activeert en zorgt dat het kind zich verantwoordelijk voelt voor het eigen leren. De leerkracht werkt met leer- en ontwikkelingsdoelen en begeleidt kinderen in het behalen van deze doelen. De leerkracht haalt de wereld in de stamgroep en gaat met de kinderen de wereld in. De leerkracht is actief lid van het schoolteam, waarin als een stamgroep met elkaar wordt geleerd en gewerkt.
Wat betekent dit voor ouders?
Om kinderen te leren omgaan met zichzelf, de ander en de wereld is het belangrijk dat kinderen, ouders en de leerkracht (stamgroepleider) hun ervaringen delen en samen onderzoeken hoe het kind het beste begeleid kan worden vanuit de waarden van de school .
Ouders nemen deel aan de leef- werkgemeenschap van de school: ze brengen hun expertise of ondersteunen bij activiteiten. Het team, de kinderen vormen met de ouders de school.
Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang:
· De leerlingen betrekken bij het onderwijs
· Onderwijs op maat geven: differentiëren
· Gevarieerde werkvormen hanteren (variatie = motiverend)
· Een kwaliteitsvolle (directe) instructie verzorgen
· Kinderen zelfstandig (samen) laten werken en leren (coöperatief)
· Eigenaarschap en zelf verantwoordelijk zijn voor wat je doet, zegt en leert. Eigenaarschap en zelfverantwoording zijn met elkaar verweven.
· Hoe is de organisatie in de klas?
Klassenmanagement, instructie, leren en begeleiding zijn gericht op leren met begrip en op zelfsturing (eigenaarschap). De leerlingen zitten in groepjes (2, 3 of 4 tallen). De leeftijdsgroepen zitten door elkaar heen. We noemen dit een coöperatieve setting. Overleg, elkaar helpen, samenwerken is hierin goed realiseerbaar. Leerlingen ontvangen diverse instructies b.v. groepsinstructie en daarnaast ook instructie in sub-groepjes of individueel. Het komt soms voor dat het voor een leerling beter is om apart te zitten of om af en toe aan te sluiten bij een groepje. Dit is afhankelijk van de onderwijs en begeleidingsbehoefte van de leerling.
De instructies vinden op onze school plaats in de gele zone. Op de gele zone is de leerkracht met de kinderen actief. We houden in onze begeleiding vooral rekening met de verschillen tussen kinderen. De ene leerling is snel van begrip en heeft meer uitdaging nodig. Deze leerling krijgt een compact programma, een Level-werk programma en daarnaast is de mogelijkheid om een dagdeel deel te nemen in de Torenklas. Op dit moment voor groep 5-8.
Sommige leerlingen hebben meer oefening of extra uitleg nodig op een andere manier. Dit alles behoort tot het vak van de leerkracht en maakt ook hoe belangrijk deze is voor de leerlingen en de school.
Werkplein
Op onze school bevindt zich een groot werkplein
Kinderen uit de stamgroepen kunnen hier zelfstandig werken.
In de klas vindt begeleiding van de leerkracht plaats (sommige leerlingen hebben het toezicht en hulp van de leerkracht nodig). Dit wordt aangegeven met een gele kleur.
Op het werkplein kan semi-begeleid (appeltjesgroen) en onbegeleid worden gewerkt (blauw). Op onze is voor de kinderen helder aangegeven of ze in de zone van zachtjes overleggen zitten of in de stilte zone. Onze kinderen zijn gewend aan deze manier van werken en zijn bekend met de regels en routines. Op het werkplein bij de werkeilanden is een leerkracht of een onderwijsassistent (in opleiding) op bepaalde dagdelen aanwezig om begeleiding te geven.
In de pedagogiek vinden we de volgende zaken van groot belang
Wat de Nederlandse pedagoog Langeveld verwoordde past bij onze kijk op kinderen. Als opvoeder help je het kind totdat hij het zelf kan en dan laat je het kind los. Niet “pamperen”. Het kind kan zich daarom trots voelen op wat het zelf bereikt. Het kind voelt zich echt trots als het dit zonder de opvoeders heeft bereikt. Het is belangrijk dat kinderen leren incasseren en om leren gaan met vreugde en teleurstellingen. Dit past bij wat Vygotsky verwoordt en bedoelt met “de zone van de naaste ontwikkeling”: leren ligt altijd binnen de mogelijkheden van kinderen en ze worden uitgedaagd, zodat ze het doel uiteindelijk kunnen behalen.