Passend onderwijs
Wat is Passend Onderwijs?
onderling afspraken over hoe ze ervoor zorgen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past.
Hoe werkt Passend Onderwijs?
Besturen van scholen krijgen geld om het onderwijs te regelen voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Die extra ondersteuning kan plaatsvinden op de school van uw kind, op een andere basisschool of op een speciale school. De samenwerkende scholen hebben een ondersteuningsplan om ervoor te zorgen dat iedere leerling passend onderwijs krijgt.
Voor welke leerlingen is er Passend Onderwijs?
Passend Onderwijs is er voor alle leerlingen in het basis en voortgezet onderwijs, speciaal (voortgezet) onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. In de praktijk gaat het vooral over leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Deze ondersteuning kan nodig zijn vanwege een verstandelijke beperking of een chronische ziekte. Maar ook voor leerlingen met een gedrags- of leerstoornis is Passend Onderwijs natuurlijk erg belangrijk. Soms is het bij de start op school al duidelijk dat er extra ondersteuning nodig is, soms blijkt dat pas later.
In het oude systeem waren leerlingen onderverdeeld in 4 clusters: cluster 1 voor leerlingen die blind of slechtziend zijn; cluster 2 voor leerlingen die doof of slechthorend zijn of ernstige spraaktaalmoeilijkheden hebben; cluster 3 voor leerlingen met een verstandelijke beperking, een lichamelijke beperking of een chronische ziekte; cluster 4 voor leerlingen met gedragsstoornissen, ontwikkelingsstoornissen of een psychiatrisch probleem.
Cluster 1 en 2 blijven het onderwijs in een landelijk systeem organiseren. Zij doen dus niet mee met de regionale indeling van samenwerkende scholen in Passend
Onderwijs. Voor alle andere leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, geldt wel de systematiek van regionale samenwerkingsverbanden. Het gaat daarbij om leerlingen uit cluster 3 en 4 en om leerlingen die eerder geen indicatie krijgen, maar wel extra ondersteuning nodig hebben.
Wat is een samenwerkingsverband (SWV)?
Het samenwerkingsverband is vorm waarin scholen samenwerken op het terrein van Passend Onderwijs. De belangrijkste taak is het maken en uitvoeren van een plan (het ondersteuningsplan) waarin staat op welke manier alle leerlingen een passende plek op een school krijgen.
Wat is de zorgplicht?
Schoolbesturen hebben vanaf 1 augustus 2014 zorgplicht. Dat betekent dat de scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling die bij hen inschreven staat of zich aanmeldt een passende onderwijsplek krijgt. De school moet zorgvuldig onderzoeken wat ieder kind nodig heeft en dit eerst proberen zelf te realiseren. Het schoolbestuur moet daarvoor nagaan wat de ondersteuningsmogelijkheden van de school zijn. Als de school aangeeft dat het kind het beste naar een andere school kan gaan, moet de school zorgen dat daar ook een passende plek is. Sinds de inwerkingtreding van Passend Onderwijs heeft de verwijzende school die verantwoordelijkheid. Daarbij is het belangrijk dat de school goed met de ouders overlegt welke school passend is voor het kind.
Basisondersteuning
Het referentiekader Passend Onderwijs voorziet in het formuleren van basisondersteuning, wat is te omschrijven als het door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en lichte curatieve interventies die binnen de onderwijsondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met ketenpartners, worden uitgevoerd.
De formulering van basisondersteuning kent 4 aspecten:
-
Beschrijving van mogelijke preventieve en curatieve interventies (zoals: aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie, programma en methodieken ter voorkoming van gedragsproblemen, protocol voor medische handelingen);
-
Inrichting van de ondersteuningsstructuur, waarin de afspraken wat betreft de interventies zijn vastgelegd en zichtbaar worden ;
-
Planmatig werken: uitgangspunten zijn de standaarden Zicht op Ontwikkeling en Didactisch Handelen van het toezichtkader ;
-
Kwaliteit: ook hier is het toezichtkader het uitgangspunt: Onderwijsproces: Zicht op ontwikkeling en Didactisch handelen zijn ten minste voldoende en niet meer dan één van de andere standaarden is onvoldoende. Schoolklimaat: veiligheid is ten minste voldoende. Onderwijsresultaten: leerresultaten zijn ten minste voldoende.
Vanuit het WSNS SWV 20.01 is een formulering van basisondersteuning (=basiskwaliteit) beschikbaar met als doel dat ouders weten wat zij tenminste van iedere school in de regio mogen verwachten als het om onderwijsondersteuning gaat.
Arrangeren op maat
Het samenwerkingsverband krijgt een jaarlijks budget, wat wordt verdeeld onder de besturen. En het bestuur zal de middelen toekennen aan de school waar de leerling het passend arrangement krijgt aangeboden. Bij dit arrangeren is het van belang dat onderwijs en jeugdhulp intensief samenwerken om een duidelijke route te verschaffen aan ouders en kinderen. En het liefst binnen de eigen school, zo dicht mogelijk bij huis, eigen kracht van scholen benutten om het arrangeren op basis van de ondersteuningsbehoefte van leerlingen mogelijk te maken en als de school het niet alleen kan, is er hoogwaardige expertise beschikbaar. Hetzij op de eigen school, hetzij op een school (ook Speciaal Onderwijs) die het passend arrangement wel kan leveren.
Dekkend Onderwijs continuüm
Al sinds de invoering van het Passend Onderwijs heeft een werkgroep zich intensief beziggehouden met het inventariseren en benoemen van het aanwezige onderwijscontinuüm. Deze inventarisatie is onlangs geactualiseerd en geeft aan in hoeverre het aanbod voldoende dekkend is voor het SWV 20.01 en de vier
sub-regio’s specifiek.
Schoolondersteuningsprofiel (SOP)
Iedere school heeft een scherpe foto van de bestaande situatie:
beschrijving van de huidige mogelijkheden van de school om leerlingen met extra onderwijsbehoeften te ondersteunen; beschrijving ambities van de school, met als ondergrens het vastgelegde niveau van de basisondersteuning.
De school heeft een ondersteuningsaanbod voor preventieve en curatieve ondersteuning, de school hanteert de eisen die de inspectie zoals in het vernieuwde ondersteuningsplan wordt vastgelegd.
De SOP –en moeten kunnen worden afgezet tegen het afgesproken niveau van de basisondersteuning.
Gegevens worden ‘gestapeld’ tot een totaaloverzicht op het niveau van het samenwerkingsverband om te bepalen of er sprake is van een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen.
Ondersteuningsplan
Het vernieuwde ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband 20.01 zal volgend jaar worden aangeboden aan de onderwijsinspectie en beschrijft wat ons SWV doet en nog wil doen om Passend Onderwijs verder te optimaliseren. Het ondersteuningsplan is uiteraard een verantwoording van onze inzet naar zowel intern als extern betrokkenen, en is zo geschreven dat het ook als handboek te gebruiken is. De relevante bijlagen zijn ondergebracht in een Bronnenboek. Het moet voor iedereen duidelijk zijn hoe we in ons SWV Passend Onderwijs organiseren en wie daarbij betrokken zijn. Om de leesbaarheid te vergroten en onze website te promoten, zullen we met regelmaat verwijzen naar teksten, procedures en documenten op de volgende website: www.passendonderwijsgroningen.nl
