Coöperatief leren
Leerlingen die coöperatief leren, werken op een gestructureerde manier samen in kleine, veelal heterogeen samengestelde groepen. De achterliggende gedachte is dat kinderen niet alleen leren van de interactie met de leerkracht, maar ook van de interactie met elkaar. De leerlingen zijn actief met de leerstof bezig, ze praten er met elkaar over, waardoor de inhoud van de stof meer betekenis voor hen krijgt. Door de samenwerking in een groepje, ontwikkelen leerlingen ook samenwerkingsvaardigheden. Samen kunnen werken is een belangrijke vaardigheid om te kunnen functioneren in de samenleving. Binnen coöperatief leren kunnen verschillen tussen leerlingen benut worden: De ‘sterke’ leerlingen zijn model voor de ‘zwakkere’ leerlingen en helpen hen. Op hun beurt krijgen de ’sterke’ leerlingen meer inzicht in de leerstof door de uitleg die ze aan anderen geven. Door samen te werken, leren de leerlingen in een groep elkaar beter kennen. Er ontstaat een klimaat in de klas waarin leerlingen elkaar waarderen, begrip voor elkaar hebben en bereid zijn elkaar te helpen.
Teambouwers zijn bedoeld om de kinderen in een groepje van vier elkaar goed te leren kennen, de wil tot samenwerken te vergroten, elkaar te accepteren en om de kinderen veiliger te laten voelen in hun groepje.
Kijk voor meer info op: Coöperatief leren